Het is een paar dagen zonnig geweest. Koffie-op-het-roundpenterrasjesweer. De vogeltjes fluiten volop en zitten elkaar achterna, de kornoelje bloeit, Kir verliest al wat winterhaar, en er zat een vlinder op de gevel van het huis. Na een wandeling in het bos met HiRise kwam R thuis met een teek op zijn mouw. Een TEEK!? Drie jaar geleden hadden de paarden de eerste teken op 30 maart en dat vond ik toen belachelijk vroeg. En nu is het net half februari.
R maakt geregeld wandelingen met HiRise, nu al een paar keer met zadel (dat van Kir). Dat gaat prima, HiRise vindt het heel normaal, en al wandelend leert hij van alles kennen wat we in het bos kunnen tegenkomen. Vandaag was er bijvoorbeeld een grote bomenstripper waar hij eens goed naar kon staan kijken. Allemaal leerzame ervaring. Hij is niet bang maar wel nieuwsgierig.
De buurjongen is in zijn voorjaarsvakantie hun bosje wildgroei achterin de tuin te lijf aan het gaan. Brem en meidoorn voornamelijk. Het is wel grappig om vanuit de verte te zien hoe hij het aanpakt. Niet te veel op een dag, en het werk vordert met lange tussenpozen. 's Nachts blijft de bosmaaier en ander gereedschap gewoon in het vochtige gras liggen. Het schoot niet op dat R hem bovendien vijf kruiwagens paardenmest bracht voor hun moestuin en fruitboompjes. Daar had zijn moeder om gevraagd, maar hij had er in de 'werkplanning' vast geen rekening mee gehouden.
's Nachts vriest het om en om wel of niet, zodat we steeds moeten opletten of de drinkbak moet worden afgesloten en de waterton gevuld, waarbij het soms wel 5° kouder is dan de meteo voorspelt. Het is nog veel te vroeg om te doen alsof het al helemaal voorjaar is.