Eerst even dit. Nero heeft zijn nieuwe huisje ingewijd. Dat huisje staat recht maar ik wilde snel zijn met mijn camera. Fotograferen valt niet mee, doordat hij zodra hij de buitendeur hoort, uit het huisje komt om ons kopjes te geven. Even later zat hij tevreden met zijn pootjes onder zich gevouwen door de opening naar buiten te kijken, helemaal op zijn gemak. Ook aan zijn kussentje (met wasbaar sloop) is te zien dat hij er gebruik van maakt. De vlekken gaan er zelfs op 60° niet uit, we noemen hem niet voor niets 'Mister Slimy'. Geeft niks, het gaat erom dat hij lief is. En knap natuurlijk ook.
En dan. De hele middag vloog er een helikopter rond over de omgeving, heen en weer heen en weer, tamelijk laag. Tegen het eind van de middag kwam hij zelfs zo laag over dat de paarden en Nero ervoor wegvluchtten. Boven de bosrand bleef hij stationair hangen te kletteren, takatakataka, dat was nog niet eerder vertoond.
Het was een militair toestel, en met inzoomen is te zien dat er een persoon met wapen in de aanslag in de deuropening staat, of knielt. Frisjes.
Wat moest dat? Heeft zich een crimineel verstopt in onze bosrand? Een gevaarlijk dier ontsnapt? Is het hier oorlog? Aliens? Wij weten weer van niks.
Woensdag/donderdag scoorden we >80 mm, voorzover we weten een record voor ons. Geen stortbuien maar een etmaal gestage regen, geen schade. Het gerepareerde stuk oprit hadden we afgedekt, anders spoelt het zo weer weg.
Donderdagmiddag, toen de hoogste waterstand was bereikt, wandelden we richting Vierre. R moest hogerop omlopen tussen de bomen bij de gué, het hele driehoekje was overstroomd, overal in het beverdal klatert en ruist het water, de weilanden staan blank en de Vierre stroomt weer krachtig over het weggetje. Dit was het verst bereikbare punt voor mensen zonder hoge laarzen.
En ook bij de bronnetjes kwam aanzienlijk meer water uit de helling dan gewoonlijk. R kon nog net over het bruisende beekje springen, ik kon nog met mijn laarzen door de stroom.
Het leek dan ook een goed idee om Nero's nieuwe huisje maar meteen op palen te zetten. Hij heeft het interieur bekeken (dankzij enkele brokjes) en hij weet het dus te vinden in geval van kou en regen, of als hij gewoon zin heeft om zich even terug te trekken. Hij kan zijn housewarming gaan plannen, al denken we niet dat de buurkatten een uitnodiging krijgen.
Twee verrassingen vandaag. In het voorjaar bezweek de aanmaak van jonge nootjes aan een late nachtvorst. Jammer, geen walnoten dit jaar. En nu vonden we er vanochtend toch drie onder de boom, mooie grote. Die mogen wel op een goudschaaltje worden geweblogd.
De tweede verrassing bestond uit zeventien schapen in het weiland aan de overkant. Ze zijn van Olivier, het zijn allemaal jongedames, en ze zijn belast met het leegeten van dat veld. Haphaphaphap knabbelknabbel, ze begonnen meteen.
En maar goed ook, het gras is na het maaien flink gegroeid, maar er was geen goed moment om de regain te maaien, volgens Olivier. Volgens ons had het best gekund als hij beter gepland had. In elk geval moet dat veld schoon dit najaar anders hebben we volgend jaar een hoop troep, en voor de paarden zou het teveel zijn, zeker met zijn drieën.
Het gras is zo hoog en ze hebben zulke korte pootjes, dat het niet gemakkelijk te zien is of ze staan of liggen, maar R verzekerde mij dat ze staan, op deze foto. Olivier denkt dat ze wel tot januari kunnen blijven, gezellig. Knabbelen maar, dames.
In plaats van donderdag naar Frankrijk te rijden om HiRise te bezoeken (er heerst covid daar), deden we wat aan ons huiswerk. Een vochtplek in de logeerkamer zou te wijten kunnen zijn aan een niet goed aansluitende regenpijp.
Dat begon met 'gabions leeghalen, zand uitscheppen, struik uitgraven, stukje gevel bijverven ...
... oud noppenfolie verwijderen, nieuw aanbrengen, regenpijpaansluiting verbeteren' ...
... en het eindigde met 'alle stenen terugstapelen in de twee gabions en een paar stenen tekort komen'.
Maar die vonden we even later toch nog. Vanochtend enige spierpijn, maar die ging snel over doordat R nog een ruim nieuw plantgat voor de kornoelje uitgroef en een hoop troep naar het containerpark wegbracht, en we 's middags negen zware pallets en twee metalen frames oplaadden en naar Olivier brachten. Opgeruimd.
Nu moeten we tot het voorjaar wachten voor we weten of 1) de vochtplek droog is, en 2) de kornoelje aanslaat op zijn nieuwe standplaats. Spannend.
Deze keer wandelden we met HiRise in minder goed weer en langs een andere route. Justine was erbij, vrij van school wegens regionale feestdag. Het landschap lijkt daar wel Nederland, keurig geploegd en aangeharkt, er zijn wel wat heuvels, maar achter de horizon. We werden nat, maar HiRise was niet echt onder de indruk van de windvlagen die dekzeilen lieten flapperen. Alleen in de binnenbak vond hij het naderen van de luidruchtige quad beangstigend, maar het was duidelijk dat hij vertrouwen had in Marie-Laure.
Na de wandeling nam R zijn hoeven onderhanden, al het smidsgereedschap was mee. Volgende keer hopen we dat we hem eens onder het zadel te zien krijgen, als de planning meezit. Uit het filmpje dat we afgelopen week toegestuurd kregen, bleek in elk geval dat hij buiten goed vooruit komt.
Vannacht vroor het licht. Gisteren de laatste buitenbloempotten leeggemaakt, waarna Océ meteen positie koos voor haar supervisie over de graafwerkzaamheden achter de gabion. Herfstweer met zon, wind en regenbuien. Dinsdag begint La Chasse.
De verjaardag vierden we door gewoon die dingen te doen die we elke dag doen. Dat is toch eigenlijk het fijnste. Katten en paarden voeren, koffie op de bank, regen en wind de hele dag. Lezen in mijn boek van 2500 jaar oud, het nieuwe adresboekje nog verder finetunen dan het al gefinetuned was, pickles en hummus maken, brood bakken.
De bomen beginnen te kleuren maar het gras groeit nog elke dag. Met al die bewolking wordt het al tegen half acht donker en tegen die tijd vinden de paarden ook dat het onderhand voertijd is. Herfst, fijn.
Nog vele jaren!
Goed bezig.
Er was een paard zoekgeraakt. Nee, onze drie stonden gewoon veilig in hun wei te doen wat ze altijd doen (eten). Wij zouden zoals gewoonlijk bij HiRise op bezoek gaan, maar dat ging niet door omdat Marie-Laure met een hond naar de dierenarts moest. Kan gebeuren. Dus hadden wij zomaar maandag 'vrij'. Lekker rustig, nieuws lezen, koffie, internet. Daar las ik op FB dat tijdens de rit van zondag (dezelfde route als R en Justine zaterdag hadden gedaan) een meisje van haar paard was gevallen, paard ervandoor het bos in en maandagochtend nog niet gevonden. Er werd een zoekactie op touw gezet en nu wij toevallig beschikbaar waren in plaats van onderweg naar Frankrijk, meldden wij ons daar.
Er waren om te beginnen een stuk of 12 vrijwilligers, waarvan twee stoere mountainbikers van onze leeftijd, een jonge vrouw met een baby, een woeste Friezenhoudster met een hond, wat jonge meisjes, plus het trillende espenblad aan wie het paard toebehoorde. Later kwamen er nog wat mountainbikers en blijkbaar waren er ook kajakkers aan het speuren langs de Semois. De gardes aux et forêts en de politie waren op de hoogte gebracht.
Zodoende gingen wij die ochtend in het bos van Les Epioux, dat heel groot is (> 1700 ha), op zoek naar een vos, waarschijnlijk met zadel en hoofdstel, waarvan onbekend was welke kant het dier op was gerend. Bovendien beweegt een paard normaal gesproken het hele etmaal door de omgeving en zijn er in het bos in deze tijd van het jaar overal gras en smakelijke blaadjes te vinden. Verder beginnen de varens aardig te verkleuren, met als overheersende tint de voskleur.
Het was de eerste keer dat wij aan zoiets meededen en er viel het een en ander op. Ten eerste hebben bijna alle aanwezigen een mening, en de meesten verkondigen die luid. Ten tweede zou het bij zo'n geïmproviseerde actie handig zijn als er iemand de leiding neemt, die de groepjes zoekers ietwat coördineert in zo'n groot terrein. Verder bleek het enorm praktisch dat R een kaartje had meegebracht van het gebied rond het verzamelpunt, anders is men zeer snel de weg kwijt op al die onbewegwijzerde bospaden. Daaraan had niemand anders gedacht (ik ook niet), maar het kwam goed van pas, ook later voor de man die met de thermische drone arriveerde.
Dat was een fenomeen dat we nog niet eerder hadden meegemaakt. Het apparaat kan op 200 meter boven de grond warmte detecteren, zelfs bij dicht bladerdak, heeft een autonomie van drie kwartier en kost zo'n 20 000€. Het maakt een enorme herrie als het overkomt, een soort reuzenbromvlieggeluid, en als het landt, doet het bladeren en stof opwaaien, net een helicopter in het klein. Ik noem maar wat gegevens. Een high tech dingetje, daar lag het niet aan dat het geen paard opleverde.
Het andere uiterste was de helderziende die beweerde dat ze het paard om drie uur 's nachts vanuit haar bed had opgespoord en het had weten te kalmeren terwijl het op de grond lag, en ze kon de plek ook goed aanwijzen. Dat was dan weer erg low tech, en het paard had kennelijk ook gedacht 'ik smeer hem anders loop ik straks die helderziende tegen het lijf'. Het vond deze onzin blijkbaar even genant als ik. In elk geval was het niet daar waar de helderziende had gezegd dat het was.
Na een poosje zou er ook nog iemand met een pendel komen, waarop R opmerkte 'het is toch wel een thermische pendel?', wat de dronepiloot aan het lachen maakte. Rond 2 uur vertrok de droneman en ook I+R gaven het op, 8 km lopen is voor mij wel zo'n beetje het maximum. 's Middags kwamen er nog twee mensen met paarden helpen zoeken, wat volgens mij de beste kans van slagen geeft want op soortgenoten komt een paard waarschijnlijk wel af.
Uiteindelijk is het dier tegen het eind van de dag gezond en wel gevonden op 10 meter afstand van het verzamelpunt. Daar heeft het niet de hele dag rondgehangen, dat is zeker, maar misschien is het op het geluid van al die activiteit afgekomen.
Eind goed al goed dus.
Een week is voorbij geflitst, de tijd lijkt nog sneller te gaan dan gewoonlijk door onze maandagse bezoekjes aan HiRise in Frankrijk. Het is leuk om hem uit zijn 'parc' te halen en een eind met hem te gaan wandelen, en we worden bijgepraat over zijn vorderingen. Nu is het weer zondag en morgen gaan we dus alweer.
Het is niet dat er in de tussentijd niets te beleven was. Zaterdag (de 14e) nam R Harissa mee voor een rit naar de Semois met Sunshine en twee Brusselse ruiters. Opmerkelijk: een van de twee had nog nooit een laarzenknecht gezien (!?, toch een van de normaalste voorwerpen in elke paardenomgeving, 'o wat handig, zo eentje wil ik ook'. Tja). Bij de start had ze zo weinig zelfvertrouwen en vertrouwen in haar driejarige quartertje dat ze bijna niet was meegegaan, maar alles ging heel goed. Positieve ervaringen. R leerde onderweg ook weer wat op het gebied van verzameling en management van Harissa. Met Sunshine erbij valt er voor iedereen wat te leren. Wat Harissa allang kan, is keurig staan wachten met het touw over haar rug tot de anderen zover zijn.
Zondag was de rit met Titan en Kir in Les Epioux gepland, maar doordat Justine niet kwam opdagen (lekke band en geen netwerk) liep dat uit op een rit met Snow en Diego, en F met Radjah, een nieuwe kennis die er zaterdag (de 21e) ook weer bij was vanuit Martué. Deze keer was Kir wel mee, drie keer de Semois over en vanwege verwarrende bewegwijzering deden ze 28 in plaats van 22 km. Na afloop waren de paarden best moe en bezweet (21°), behalve natuurlijk de Arabier.
Zelf maakte ik eindelijk ook weer eens een ritje met Harissa. R was te voet mee, hij gaat sowieso elke dag in het bos wandelen en zo loopt Harissa's tempo gegarandeerd niet te veel op. Voor herhaling vatbaar, maar een 'klein rondje' in stap is alles wat mijn knieën momenteel aankunnen.
Overige faits divers. Olivier is niet deze week zijn regain komen maaien maar komt volgende week. Goffinet kwam wel, hij maakte vier balen achter het ruïneveld en een in het strookje, twee dagen later 's ochtends ingepakt en meteen opgeladen. Efficiency daar.
Er werd een flinke strook bos geruimd aan weerszijden van de bosweg, en daar maakten we eindelijk kennis met 'La Christabel', van wie we Olivier al twaalf jaar horen zeggen dat zij (samen met ons en meneer D) de enige eerlijke dorpsgenoot is voor wie hij werk doet. Het is de bedoeling dat die strook gagnage wordt, de pallets voor de jacht staan al opgesteld.
Ook kwam de bostractor het pad dat wij 'het groene pad' noemen min of meer egaliseren. Het was al aardig begroeid geraakt en nu is het weer bruin, maar in elk geval zijn de ergste kuilen gladgestreken, ook al ter voorbereiding voor de jacht. We weten onderhand dat alles volgend jaar wel weer groen wordt.
De kerstbomen aan de overkant werden voorzien van gele labels en een enkele blauwe. Rijp voor de oogst. Geen Ikeabomen deze keer. De haag begint een beetje te verkleuren. Er zijn nog knaasjes en mestvliegen, maar het gaat richting herfst. Fijn voor ons en voor de paarden.
... wreed? ... sneu? ... precies goed geregeld? Het zal wel. In elk geval hadden de wilde bijen een onopvallend nest gemaakt in de berm van het weiland aan de overkant, net onder de meidoorn en het lijsterbesje dat ik ooit van de gemeentelijke bermenmaaier heb gered. Goed verscholen in het gras en de kruidjes die daar zoal opkomen. Maar nu was er blijkbaar een honingliefhebber langsgekomen. Een honingdief. Er was flink gegraven dus het moet wel een vos zijn geweest, of misschien een wasbeertje. Wat een ravage.
De bijen kropen rond over de restanten van hun zo zorgvuldig opgebouwde nest. Het was een nest van hetzelfde type als het hoornaarsnest dat we destijds op zolder van het oude huisje aantroffen, maar wel veel kleiner. Hoornaars zijn ongeveer vijf keer zo groot als deze bijtjes.
De rover liet een stuk raat achter, leeg. Voor hem of haar was het gewoon een buitenkansje, waar je best een paar bijensteken in de neus voor over kunt hebben. Zo werkt dat nu eenmaal, maar ik vind het toch sneu voor de nijvere bijtjes.
Overige natuur. Océ laat zien hoe weelderig alles woekert in de crossbaan. Dit was ooit een brede doorgang, maar de bramenslierten rukken op. Dit jaar is alles hard gegroeid door de overvloedige regen. Hier geen overlast door grote hoeveelheden ineens, maar door elke paar dagen neerslag is alles groen groen en nog eens groen. Weer geen jam dit jaar, te nat en niet warm genoeg voor bramen, en frambozen zijn helemaal niet verschenen. Na de week waarin wij gehooid hebben, is er geen enkele periode geweest met voldoende dagen droog weer, zodat bijna niemand kon hooien. En nu is het gras in ons veld alweer zo hard gegroeid dat er bijna weer gehooid kan worden. Olivier komt volgende week de regain maaien, men voorspelt nu dan een week droog weer.
En vanochtend vroor het voor het eerst. Een vliesje ijs op de paardendrinkbak, de verwarmingsradiator warm (bevriezingsbeveiliging). Twee graden op de buitenthermometer toen ik opstond (7 uur). Maar goed dat ik juist het winterdekbed tevoorschijn had gehaald. De vorst was de genadeklap voor de petunia's, ze hebben het niet erg goed gedaan dit jaar, niet bestand tegen zoveel buien. Bij het opruimen van de plantenpotten glipte er een hagedisje tussen de stenen van de gabions.
Ik ben blij met dit weer. Bij dit soort temperaturen kun je tenminste wat doen buiten, en er zijn prachtige wolkenluchten. R kreeg meteen zin in spruitjesgratin, echt herfstig, en zowaar wist hij bij de supermarché een zak spruiten te scoren. Wat vroeg. De hazelnoten zijn rijp, en ze zijn weer goed. Natuur dichtbij huis.